Bij kinderen gebeurt de ingreep meestal onder algemene anesthesie. Bij volwassenen kan de ingreep onder lokale anesthesie worden uitgevoerd. In de meeste gevallen volstaat een insnede aan de achterzijde van het oor. Het kraakbeen wordt gemodelleerd en hechtingen worden aangebracht om het oor de gewenste vorm te geven. Na de ingreep wordt een verband aangebracht op de oren, welk gedurende een week ter plaatse blijft. Dit zorgt ervoor dat men minder goed hoort. Nadat het verband wordt verwijderd, dient men een tweetal maanden de oren te beschermen. Dit doet men tijdens de nacht door het dragen van een haarband. Overdag is het aangewezen om niet deel te nemen aan contactsporten (voetbal, …). Na een week kan men opnieuw naar school of de beroepsactiviteiten hervatten.