Tijdens een borstreconstructie tracht men steeds de best mogelijke symmetrie te bekomen met de nog bestaande borst. Hierin zal men meestal ook slagen. In bepaalde gevallen kan het evenwel noodzakelijk zijn om de symmetrie te verbeteren door een operatie aan de oorspronkelijke borst of een bijkomende ingreep aan de gereconstrueerde borst. Soms is het noodzakelijk de originele borst te verkleinen, te vergroten of te liften. De borst zal men voor een eventuele operatie steeds onderzoeken om verdachte letsels aan het licht te brengen. De ingreep zelf, of het nu gaat om een vergroting, verkleining of lifting, heeft geen negatieve weerslag op de klier of de evolutie van de ziekte. In elk geval geeft de beslissing van de patiënte, na overleg met de plastische chirurg, de doorslag. Er dient nog te worden opgemerkt, dat de symmetrie bekomen bij een eigenweefselreconstructie meestal langduriger bewaard blijft en beter bestand is tegen gewichtsschommelingen dan een reconstructie met borstimplantaten. Ook voor deze ingrepen bestaat er een tussenkomst van het ziekenfonds.