Dit is de eenvoudigste manier van borstreconstructie. Het klierweefsel dat verwijderd werd tijdens de borstamputatie, wordt vervangen door een borstimplantaat van kunststof. Meestal wordt hiervoor een borstimplantaat met siliconen omhulsel gebruikt.
De vulling bestaat uit een siliconengel of zout water. Het materiaal waaruit de borstimplantaten gemaakt zijn (siliconen), is inert en wordt door het lichaam goed verdragen. Het is aangetoond dat siliconen veilig zijn voor de gezondheid. Vaak is het enkel mogelijk om deze techniek toe te passen wanneer de reconstructie wordt uitgevoerd tijdens dezelfde operatiesessie als de borstamputatie, omdat er dan voldoende huid kan gespaard worden om het borstimplantaat te bedekken. Een tweede voorwaarde is, dat de kwaliteit van de huid goed is en een derde voorwaarde is dat er na de operatie geen bestraling noodzakelijk is. Meestal wordt de bovenzijde van het borstimplantaat onder de grote borstspier geschoven. Het voordeel van deze methode is voornamelijk de korte ingreep, zonder bijkomende littekens. Het nadeel schuilt in het feit dat er zelden een goede symmetrie kan bekomen worden met de andere borst. Daarnaast voelt het borstimplantaat koud aan en is het vaak voelbaar doorheen de huid. Specifieke problemen die kunnen optreden met borstimplantaten, zijn een ruptuur van het borstimplantaat en kapselvorming rond het borstimplantaat. Een ruptuur betekent dat het borstimplantaat barst. Dit is meestal het gevolg van slijtage. Kapselvorming is een overmatige littekenreactie die rond het borstimplantaat optreedt, waardoor de borst hard, pijnlijk en vervormd wordt.