Na een okselklieruitruiming is het mogelijk dat de arm opzwelt doordat het lymfevocht niet meer goed weg kan stromen.   Men krijgt dan een ‘dikke arm’. 

De voornaamste oorzaak van lymfoedeem na borstkanker behandeling is een okselklieruitruiming.   Ook bestraling van de oksel op zich kan een oorzaak zijn.   Lymfoedeem na borstkanker komt voor bij 5 % tot 35 % van de patiënten.

Wanneer lymfoedeem optreedt, moet eerst nagekeken worden of er geen blokkage van de lymfe-afvoer is door uitzaaiïngen.  

De meeste patiënten met lymfoedeem kunnen dit onder controle houden mits het vermijden van uitlokkende factoren.   Vaak wordt dit nog aangevuld met lymfedrainage, kinesitherapie en een drukmouw. 

Er bestaan operaties die patiënten met lymfoedeem kunnen helpen:

1. Lymfosuctie
   bij patiënten met een lymfoedeem dat reeds vele jaren bestaat en onomkeerbaar is, kan het volume van de arm worden verkleind met een techniek gelijkend op liposuctie.   Deze techniek is weinig belastend en kan het comfort sterk verbeteren.
    
2. Lymfeknoop transplantatie
   het is mogelijk om een transplantatie uit te voeren van oppervlakkige lymfeknopen uit de lies naar de oksel.   Deze techniek kan gecombineerd worden met een DIEP flap borstreconstructie, maar kan ook afzonderlijk worden uitgevoerd.   Het is belangrijk enkel een beperkt aantal lymfeklieren te transplanteren om het risico op lymfoedeem van het been te vermijden.   Deze techniek lijkt vooral gunstige resultaten op te leveren bij patiënten met een oksel die sterk verlittekend is.   Zelfs dan is de slaagkans minder dan 50%.  Indien u hiervoor in aanmerking komt, zal dr. Colpaert dit op de raadpleging met u bespreken. 
    
3. Lymfoveneuze shunt - lymfatische anastomose
   bij een patiënte waarbij het lymfesysteem in de arm nog goed functioneert, kunnen verschillende lymfevaten verbonden worden met bloedvaatjes, zodat deze de functie overnemen.   Voor deze ingreep is het nodig om enkele kleine sneetjes te maken in de onder- en bovenarm waar de lymfevaten kunnen worden opgezocht.   De verbindingen met de bloedvaatjes worden onder de microscoop gemaakt.  Alvorens deze ingreep wordt uitgevoerd, wordt een lymfoscintigrafie of lymfoMRI verricht, ten einde de doorgankelijkheid van het lymfesysteem te beoordelen.  

Bij een DIEP-flap borstreconstructie wordt de oksel niet gekwetst.  Men hoeft dus geen angst te hebben dat men na deze ingreep een dikke arm zou krijgen.  Bij vrouwen die wel last hebben van lymfoedeem, zullen de symptomen niet verslechteren.  Soms is er zelfs verbetering van het lymfoedeem.